Dag 6
De verte werd vervaagd door heiigheid, wat een mystiek schouwspel van bergcountouren in de diepte opleverde. Veertien kilometer vandaag, met het zonnetje aangenaam brandend op de kuiten en de nek. De eerste kuchjes en verkoudheden speelden op; vanaf nu worden er altijd een aantal knoflooksoepen aan het dieet toegevoegd dat veelal bestaat uit dahl bat, veg fried noodles of mixed curry. Het wandelen begint zo langzaamaan meditatief te worden, de tas onderdeel van het lijf, de wandelstokken helpende ledematen.
Met een groep van vijftien is het druk. Het is best wat wachten, tempo aanpassen, en veel geluid. Soms is het lastig om even te ‘zijn’ in plaats van te ‘gaan’. Maar hoe meer we klimmen, hoe stiller het wordt. Enkel het hijgen en plaatsen van de voeten en stokken op de paadjes, het geklingel van de bellen van de ezels en het schallende gelach van Bodhiman van om de hoek klinkt nog na wat kilometers.
Dag 8
De bergen strekten zich aan alle kanten rond ons uit, de ene top nog hoger dan de andere. Welke muziek kun je beter luisteren bij zulke grootsheden der natuur dan de Lord of the Rings? Het is lastig de diepte en schaal waar te nemen; dat hoopje sneeuw ligt maar 300 meter hoger dan wij, toch? Een warme chocomel (oplos hoopje met water, maar het gaat om het idee) gaf ons een korte verwarming voor we opnieuw in de benen gingen, maar dit keer enkel met een daypack vulling.
Het was pittig. Het was guur. Het was steil. Het was schitterend. De eerste traktatie was het azuurblauwe meer dat gevoed werd door de immense gletsjer die tussen twee van de toppen in de Manaslu Area hing. De lijnen van de besneeuwde berg spiegelden in het vlakke water. Hoe hoger we kwamen, hoe blauwer het werd, en hoe zichtbaarder de patronen in de ijsplaten die erop dreven. We ploeterden omhoog over zand, steen en rots, en zelfs stukken sneeuw en ijs. Het was dus tijd om de crampons uit te proberen! De hoogtemeters zijn geen grapje. Sommigen viel het klimmen te zwaar om gezamenlijk tot het eindpunt van de dag te komen.
We kwamen tot 4000 meter. Wat een uitzicht. Een arend dreef omhoog op de thermiek zonder één vleugel te lichten. De ijspegels hingen vervaarlijk langs de gletsjerranden. Het dorpje lag in de verte zichtbaar, en nog verderop stak een gouden tempel tussen de boomtoppen uit. Een mooiere plek om wild te plassen zal ik niet snel vinden.
Dag 12
Het geklingel van de yakbellen wekte me ruim voor mijn wekker, en ik maakte van de gelegenheid gebruik om rustig op te staan, mijn ‘gewassen’ hoopje bij elkaar te schrapen, tas vast in te pakken en daarna in alle rust te genieten van een cappuccino in de pre-ontbijt stilte.
De zon scheen. Het water lonkte. Het enthousiasme stak aan. Poedelnaakt rende een drietal mannen het ijskoude gletsjermeer in, gillend gevolgd door drie dames in ondergoed. De lokale gidsen en handjevol hikers gebaarden wild om ons te stoppen, maar dat was al ijdele hoop. Verkwikt door de ijzige shock en met betadine ingesmeerd door EHBramO vervolgden we de weg die Mountain Tiger ons voorleidde, dwars door de doornenstruiken en flarden diepe sneeuw. De route was verder vrij vlak en ik verzonk in mijn muziek, gedachten en woordenflow tot we bij Samdo aankwamen. De kachel werd daar flink opgestookt, en de temperatuur steeg toen een danssessie met Bodhi, Mountain Tiger en zoon Sonam werd ingezet. Yay!
Dag 14
04:00. -15 graden. 3 vrouwen, 6 mannen, 2 gidsen. Zes zielen waren we al eerder verloren doordat de hoogte - of loyaliteit - hen greep en hen dwong tot omkeren.
Stilte. Het kraken van de stokken in de ijzende sneeuw. Hijgen, stilaan voorts, stilstaan, zwijgen. Lopende neuzen naar de sterrenhemel. Bevroren watertoevoer, enkel her en der stromend door de traanbuizen.
Het beschenen donker werd opgeheven door de hemelende zon. De bergkammen wierpen schaduwsilhouetten in een spel van grillig licht. Pas na pas richting de pas.
Een dans van zien en afzien. De lucht werd ijler, het lijf vermoeider, de geest bemoeide zich ermee, en - vooruit dan, Bodhi - een beetje Diamox. De uitzichten dwongen tot vertraging, de tijd en weersvoorspelling tot djam djam (hup hup!), door, maar waak altijd voor ‘slowly slowly’. Op zulke hoogte gaat alles trager, voelt elke gram als een pond, en is elke halve kilometer een topprestatie.
De hoofdpijn zet aan, lichte misselijkheid, het gezicht zwelt verder op. Waar blijft die klote Larke Pass? Nóg een heuveltje verder? De strijd met je mentaal; hallo, je bent in de fucking Himalaya, geníét! Maar je bent op, je moet blijven gaan, je kruipt over de berg en in je hoofd. Zet je beste beentje voor, hum dat mantra in je oor, want een nomad die loopt door.
En toen… de laatste 100 meter wierpen zicht op het toppunt. WE MADE IT! De Larke Pass op 5106 meter. Ontlading, emotie, vermoeidheid, trots, en tegelijk de drang om zo snel mogelijk weer af te dalen om de longen weer te geven waar ze zo naar snakken.
Wat ik het meest ga missen? Het verlies van besef van tijd.
Ben je geïnspireerd geraakt door Sannes poëtische woorden? Wil jij ook zo graag de grootsheid en melancholie van de Himalaya ervaren? Kijk snel op onze Nepalpagina om te weten wanneer de volgende Nepal expeditie vertrekt en wie weet ben jij er bij!
Comments